
Geen frequenties maar namen. Als je in vroeger tijden de radio afstemt, dan zoek je naar de naam van de plaats waar de zender staat. Handig! Voor de Nederlandse radio zoek je naar Hilversum.

De naam Hilversum op de zenderschaal dekt de lading niet. Eerst is ‘Hilversum’ echt Hilversum, maar later ook Huizen, Kootwijk en Jaarsveld. Als de zendmasten niet meer in de omroepstad staan, blijft de naam op de radioschaal behouden, omdat de zendernamen dan ‘Hilversum 1’ en ‘Hilversum 2’ zijn, en zoek je dus níet meer naar de zendlocatie. Net zoals het Nederlandse omroepbestel is de naam Hilversum op de zenderschaal best verwarrend.

Toevallig
Hilversum is eerst een landbouwdorp, dan een weversdorp, en later -min of meer toevallig- een omroepdorp (al noemen de meeste mensen het tegenwoordig een stad). Een groep reders richt in 1918 de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF) op, omdat de maritieme sector in ons land niet langer afhankelijk wil zijn van Duitse of Engelse fabrieken. In die tijd worden radiosignalen nog gebruikt om berichten in morsecode te versturen naar schepen en naar andere landen.
-Lees verder onder de foto-

De oprichting van de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek, zoals gemeld in de Nederlandsche Staatscourant van 17 juni 1918.
De NSF begint met de productie van kompassen, zenders en ontvangers, in een oude weverij aan de Groest in het centrum van de Hilversum. Al snel heeft de NSF meer ruimte nodig en verhuist naar een autoshowroom enkele honderden meters verderop. Ook die ruimte is snel te klein.
De NSF overweegt om te verhuizen naar Tilburg of Alkmaar, maar kiest voor nieuwbouw aan de Jan van der Heydenlaan in het oosten van Hilversum. De grond is goedkoop. Op 1 juli 1921 neemt de NSF het gebouw in gebruik.
-Lees verder onder de foto’s-

Links: Personeel van de NSF aan de Groest. Rechts: in de oude autoshowroom.
De fabriek aan de Jan van der Heydenlaan produceert onderdelen waarmee particulieren een radio kunnen bouwen. Om meer te verkopen moet de luisteraar meer kunnen ontvangen, is het idee. Daarom begint de NSF met een experimentele omroepzender. Een jazzband speelt op 21 juli 1923 live voor de microfoon op het fabrieksterrein. Het is de eerste radio-uitzending vanuit Hilversum.
–Lees verder onder de foto-

Advertentie in De Tijd op 19 juli 1923, met aankondiging van de eerste radio-uitzending vanuit Hilversum.
Later komen er ook proefuitzendingen met optredens van een orkest in hotel Hof van Holland in Hilversum en gesprekken vanuit Amsterdam. Het signaal wordt via telefoonlijnen naar de zender in Hilversum verzonden.
De masten
Uit de NSF komt de Hilversumsche Draadlooze Omroep (HDO) voort. Anton Philips, van de Philipsfabriek in Eindhoven, volgt de ontwikkelingen met interesse en doneert twee zestig meter hoge masten. Daardoor verbetert de ontvangst aanzienlijk. De twee masten op het NSF-terrein krijgen al snel de bijnaam ‘de zingende torens’. In 1932 komt er nog een mast van 140 meter hoog op het fabrieksterrein.
-Lees verder onder de foto-

De twee zingende torens in Hilversum, op een foto uit een promotiemapje van de AVRO.
Hilversum en Huizen
De naam Hilversum op de zenderschaal is hiermee verklaard. Maar het verhaal gaat verder. Na de start van de Hilversumsche Draadlooze Omroep ontstaan nieuwe omroepen. Protestants Nederland richt de NCRV op, de katholieken krijgen de KRO, de socialisten de VARA, en door vrijzinnig protestanten wordt de VPRO opgericht. De HDO verandert in ANRO, later AVRO. Alle omroepen zenden uit via de NSF.
Zoveel omroepen op één golflengte; dat zorgt voor gedoe over de verdeling van zendtijd. De oplossing is een tweede zendstation. KRO en NCRV krijgen een zendvergunning, en richten samen met de NSF de Nederlandsche Draadlooze Omroep (NDO) op die in Huizen, niet ver van Hilversum, een nieuw zendstation bouwt. AVRO en VARA blijven uitzenden via de NSF-mast in Hilversum. De VPRO krijgt zendtijd op beide zenders.
De masten in Huizen zijn van hetzelfde type als de Hilversumse masten: 65 meter hoog, en tussen beide masten hangen de antennedraden. In het zendgebouwtje bij de masten zit een noodstudio. Als het signaal vanuit de radiostudio’s in Hilversum en Amsterdam wegvalt, kunnen programmamakers in Huizen ter plekke programma’s maken.
-Lees verder onder de foto-

Oude ansichtkaart van het NDO-zendstation in Huizen.
Storing
Het vermogen van ‘Huizen’ is iets lager dan ‘Hilversum’. De omroepen spreken af om elk halfjaar te wisselen, en later per kwartaal: de ene keer is ‘Huizen’ voor KRO, NCRV en VPRO, de andere keer voor VARA, AVRO en VPRO. In de kranten en omroepbladen staan in de radio-overzichten zowel de namen van Hilversum en Huizen, en ‘Huizen’ verschijnt ook op de zenderschaal van radiotoestellen.

Ook in andere landen ontstaan radiozenders. Om te voorkomen dat ze elkaar in de weg zitten zijn internationale afspraken nodig. Nederland verandert meerdere keren van frequentie. Om de ontvangst van ‘Huizen’ te verbeteren komt er een vervangend zendstation in Kootwijk op de Veluwe.
De NDO-zender Huizen gaat op 1 juli 1935 uit. Kranten gebruiken de naam ‘Huizen’ in hun programma-overzichten tot maandag 19 augustus 1935. Vanaf dat moment staat er ‘Hilversum 1875’ (dat is zender Kootwijk) en ‘Hilversum 301’ (zender NSF), dus niet langer de locatie van zendstations, maar de plaatsnaam van de omroepstad, aangevuld met de zendfrequentie.
Dat verandert later in ‘Hilversum 1’ en ‘Hilversum 2’. Zeeuwen en de ether heeft uitgebreid gezocht in oude kranten en komt de vermelding ‘Hilversum 1’ en ‘Hilversum 2’ voor het eerst tegen op 20 augustus 1935, waarbij ‘Hilversum 1’ de zender Kootwijk is en ‘Hilversum 2’ de NSF-zender in Hilversum.

Links: programma-overzicht voor Hilversum en Huizen, met de oude zendfrequenties (bron: Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant, 22 oktober 1928). Rechts: programma-overzicht voor Hilversum 1 en Hilversum 2 (bron: Algemeen Handelsblad op 3 februari 1940).
Jaarsveld en Lopik
‘t Gooi (Hilversum) en de Veluwe (Kootwijk) blijken niet optimaal te zijn als zendlocatie voor ongestoorde ontvangst in Nederland. Het Rijk en de omroepen richten in 1935 de Nederlandse Omroep Zender Maatschappij (NOZEMA) op, die de zendstations voortaan beheert. Die bouwt als proef een tijdelijke zender in Jaarsveld, vlakbij Utrecht. De ontvangst is goed en daarom besluit het Rijk in 1939 om een stukje verderop in Lopik een nieuw zenderpark te bouwen voor zowel ‘Hilversum 1’ en ‘2’.
Als ‘Lopik’ klaar is zullen de zenders bij de NSF in Hilversum, in Kootwijk en in Jaarsveld uitgezet worden. Wel bevestigt de NSF dat de torens in Hilversum blijven staan, voor experimenten. De Hilversumse krant Gooi- en Eemlander meldt opgelucht dat de omroepstad zijn “merkwaardige stadsbeeld” behoudt.
Maar dan wordt het oorlog en loopt het allemaal anders.
-Lees verder onder de foto-

De Gooi- en Eemlander op 25 april 1939.
Omver
Het rommelt al een tijd in Europa en het Nederlandse gezag volgt de opkomst van het nazi-regime in Duitsland met argusogen. De KRO-studio in Hilversum krijgt op 6 mei 1940 militaire bewaking. Daar vandaan komt één omroepprogramma voor zowel ‘Hilversum 1’ (Kootwijk) als ‘Hilversum 2’ (NSF Hilversum) afwisselend gemaakt door de verschillende omroepen. In de nacht naar 10 mei valt Duitsland Nederland binnen. Op 14 mei capituleert Nederland, al gaat de strijd in Zeeland door tot 17 mei.
De Duitsers komen in de nacht van 14 op 15 mei aan in Hilversum. Om te voorkomen dat de Duitsers de NSF-zenders kunnen gebruiken voor het uitzenden van propaganda blaast het Nederlandse leger drie zendmasten op: de twee oude die er al staan vanaf het eerste begin, en een nieuwe hoge stalen mast. Eén mast komt terecht op huizen in de Meteorenstraat.
Hilversum is daarmee definitief zijn NSF-radiozendmasten kwijt. De naam ‘Hilversum’ op de radioschaal, doelend op de zenderlocatie, is definitief verleden tijd.
–Lees verder onder de foto-

NSF-mast op een huis in de Meteorenstraat in Hilversum.
En verder
Op 15 mei 1940 nemen de Duitsers alle omroepgebouwen in en de radio zwijgt. Het is improviseren want niet alle verbindingen werken meer. Op 16 mei komt de radio terug in de lucht via de zender Jaarsveld en een zendcomplex in Scheveningen. Ook lukt het om zender Kootwijk weer operationeel te krijgen. De Duitsers staan toe dat er één omroepprogramma wordt gemaakt dat via de drie weer werkende zenders wordt uitgezonden.
Over de oorlogstijd is veel te schrijven: over de omroepen die worden vervangen door nazi-propagandazender De Nederlandsche Omroep, en over regeringszender Radio Oranje vanuit Londen. Dat voert voor deze pagina te ver. Bekijk en beluister wel de podcast en pagina over de oorlogsradio in Axel.
Hergebruik
Het eerste complex aan de Groest heeft na de NSF weer nieuwe functies gekregen. De oude directiewoning is nu een makelaarskantoor. In een bijgebouw zit nu ondermeer een bruidswinkel.
De oude autoshowroom waar de NSF in trekt is een opvallend gebouw in Art Nouveau Stijl, dat na de NSF dienst doet als feestzaal, daarna bioscoop (het dak verdwijnt achter een rechthoekige gevel) en nu (het dak is weer zichtbaar) als hippe foodhall Mout. Zie ook: restauratieplan Mout.
Het fabrieksterrein aan de Jan van der Heydenlaan bestaat niet meer. Tegenwoordig vind je daar het winkelcomplex Seinhorst.