Wat een peuken! Ik ben nu afvalgrijper

Geplaatst door

Ik voel me nu net als die oudere vrouw met grijs haar op het strand, die jonge vrouw met flink formaat koptelefoon die ik zie lopen als ik terugfiets van mijn werk naar huis. En die andere vrouwen (het zijn bijna nooit mannen, lijkt het) die ik her en der met een grijpstok zwerfafval van de straat zie plukken. Ik (een man) ben nu ook toegetreden tot het ‘Gilde van de afvalgrijpers’.

Persoonlijk verhaal

Waarom het zo lang duurde weet ik niet, maar dit weekend was het genoeg. ‘k Heb eindelijk een grijpstok gekocht omdat ik me erger. Aan de troep die mensen op straat gooien. Kijk eens tijdens je ommetje of fietsrondje hoeveel er ligt op straat en tussen de struiken. Weggegooid door mensen die het vertikken om hun afval mee te nemen en thuis weg te gooien.

Gelukkig is er ook een legertje opruimers. Mensen zoals jij en ik die op eigen initiatief zwerfvuil oprapen, omdat ze het niet meer willen aanzien. Elke keer als ik zo’n opruimer zie roep ik die in alle stilte eeuwige roem toe, want ze maken de wereld net een beetje mooier. Tijd om zelf ook eens op pad te gaan.

En toch: als ik klaarsta met nieuw gekochte stok moet ik een denkbeeldige drempel over. Is het niet gek om met een grijper in de ene hand en een pastic zak in de ander, een rondje door de buurt te lopen en afval van de straat te plukken? Wat moeten de buren wel niet denken? Allez… gaan!

-Lees verder onder de foto-

Daar is het eerste stuk vuurwerkrest… kokertje… peuk… roerstaafje… omhulsel van een theezakje… Allemachtig wat gooien mensen een hoop weg. Meer vuurwerkresten… nog een peuk, en nog één en nog één… McDonalds-zak met etensresten… mondkapje…

“Ik begin er niet meer aan”, roept een buurman die zijn hond uitlaat en het poepzakje laat zien waarin hij de uitwerpselen van zijn huisdier mee-torst. “Ik ruimde altijd de dozen op die daar bij de afvalcontainer werden neergezet, om te voorkomen dat ze zouden gaan slingeren. Maar ik doe het niet meer; de mensen die ze er neer zetten willen het niet leren!”, en hij beent verder, mij achterlatend in een bui van twijfel.

Inderdaad: die peuken en stukken plastic die ik met mijn nieuwe grijpstok oppik zetten natuurlijk geen zoden aan de dijk. Ik zal de wereld er niet mee redden.
Maar dan denk ik aan de volhoudende opruimers die ik soms in mijn radioprogramma spreek en zeggen: “Het is inderdaad een druppel op de gloeiende plaat. Maar het is wel míjn druppel.”

-Lees verder onder de foto-

Peuk… sinaasappelschil… onduidelijk stuk plastic… zakdoekje… lollystokje… blikje… kassabonnetje… peuk… Ik grijp verder. In de 300 meter die het ommetje rondom het huizenblok lang is, vul ik een halve zak met troep, die ik daarna in de afvalcontainer gooi.

Misschien op wereldschaal geen ‘zoden aan de dijk’, maar wel ‘mijn druppel’. Morgen doe ik weer een rondje.

Als je meer wil lezen: