In Antwerpen liggen de haaientanden vlak onder het wegdek (alleen weet bijna niemand dat)

Geplaatst door

Bij het vinden van haaientanden denk je in Zeeland natuurlijk aan Cadzand. Maar: vergeet de Vlaamse stad Antwerpen niet. In Antwerpen liggen ze vlak onder het oppervlak, zelfs middenin de stad. Wetenschapper en amateur-paleontoloog Stephane Knoll schreef er een boek over: Neogene sharks of Antwerp. De stad is een haaienkerkhof.

Stephane Knoll met zijn boek

Wat: Neogene sharks of Antwerp
Wie: Stephane Knoll
Info is te krijgen bij Stephane via e-mail en Instagram

Stephane Knoll is onderzoeker met een master in diergeneeskunde. Paleontologie is zijn hobby. Momenteel studeert hij voor een PhD in de diergeneeskunde in Italië.

“Antwerpen is één van de beste plekken ter wereld om haaientanden te vinden,” zegt Stephane. “Er is een grote diversiteit aan fossielen, en vooral haaientanden. Dat weten maar weinig mensen”. Hoe zit dat dan met Cadzand? “Voor Nederland is Cadzand één van de bekende plekken. Op het strand wordt daar zand opgespoten waar haaientanden in zitten. Al vind je die de laatste tijd wat minder.”

-Lees verder onder de podcast-

Het boek gaat over de tijdsperiode Neogeen, van 23 miljoen jaar tot twee-en-een-half miljoen jaar geleden. De regio waar nu Zeeland en Antwerpen liggen was toen een tropische zee. “Het was er vrij warm en dat zorgde voor een grote diversiteit aan dieren. Antwerpen was een kraambed voor walvissen dus er waren veel jonge dieren. Dat trok predatoren, zoals haaien. Daardoor vinden we in de stad veel haaienresten, maar ook fossielen van vissen, schelpen, zee-egels en zelfs walvissen.”

In Zeeland dieper graven
Dat je de resten zo makkelijk vindt in de Vlaamse havenstad komt doordat in de laatste ijstijd veel grond is weggespoeld. De fossielrijke grond is daardoor boven komen te liggen. Als je twee meter diep graaft dan vind je al bijzondere dingen. “In Zeeland liggen ook fossielen, maar dan dieper onder de grond,” zegt Stephane. “Het zand dat is weggespoeld uit Antwerpen is neergeslagen in het Scheldebekken.”

-Lees verder onder de foto-

De fossielenkamer van Stephane. Privéfoto.

De wetenschapper heeft het boek geschreven in het engels, simpelweg omdat de meeste mensen die er interesse in hebben in Amerika zitten, zegt Stephane tegen Boek aan Zee. Het is in eigen beheer uitgegeven, met steun van zijn ouders.

Vanwege zijn studie verblijft hij nu in Italië. Een groot deel van zijn collectie ligt in zijn ouderlijk huis. “Ik verzamel al fossielen sinds ik klein was. Die kon ik moeilijk meenemen toen ik op kot ging om te studeren. Wel heb ik moeten vechten voor een plekje in het huis”, zegt Stephane lachend.