Deze herinnering is eerder gepubliceerd op 9 december 2006
Vanuit zijn achterkamer kijkt Jaap Platteeuw zo op de tv-toren. Toen hij nog mensen kenden die op de toren werkten zwaaiden ze wel eens naar elkaar. “De toren hoort er toch bij, als ie weg zou zijn zou je hem missen. En de kleinkinderen noemen ons opa en oma toren.”
De gepensioneerde Platteeuw werkte van 1956 tot 1993 voor de PTT en opvolger KPN. Hij bouwde versterker-stations in verschillende Zeeuwse plaatsen. Behalve op de toren in Goes stonden ook versterker-stations in onder meer Zierikzee, Domburg en Terneuzen. Zo’n station is een knooppunt van telefoonlijnen en is nodig om het telefoonsignaal telkens weer verder te krijgen. Zonder versterker is een telefoongesprek van Goes naar Groningen bijvoorbeeld niet mogelijk.

Spil
Platteeuw maakte ook de beginjaren van de Goese toren mee. De toren was toen de spil in het Zeeuwse telefoonverkeer voor wat betreft de distributie via de lucht. Omdat het telefoonverkeer in Zeeland ernstig gestoord was na de watersnoodramp van 1953, toen veel kabels waren weggespoeld, werd in Zeeland een dubbel telefoonnet aangelegd: via kabels en via straalzenders. “De antenne voor de verbinding met Zierikzee stond toen op de vijfde verdieping, op een apart balkon. Als of de brug bij Kats of de Zeelandbrug open stond, welke van de twee weet ik niet meer, dan werd de verbinding verbroken.” Telefoongesprekken konden door de brug dus plotseling worden afgekapt. “Ongeveer de helft van de gesprekken verliep via de straalverbinding”.
Stukjes
“Als we boven in de toren iets moesten installeren ging alle apparatuur in stukjes via de lift naar boven. Ter plaatse, op de vijfde of achttiende verdieping, werd alles in elkaar gezet”, vertelt Platteeuw in november 2006 tegen tvtorengoes.nl. Franse monteurs waren er bij toen in 1957/58 de eerste telefoonapparatuur op de toren werd geplaatst.
Veranderingen
De afdeling waar Platteeuw voor werkte telde vier mensen. “We waren in Goes gestationeerd, maar reisden ook door de regio.” Naar Domburg bijvoorbeeld waar bij het versterkerstation een betonnen toren werd gebouwd om antennes in te hangen die op Goes werden gericht. In Terneuzen en Zierikzee kwamen stalen masten. Het werkgebied omvatte ook de communicatietoren in Roosendaal. “Er veranderde veel in de loop van de tijd. Er kwam nieuwe apparatuur die steeds kleiner werd, maar ook ons werkgebied werd uitgebreid. Rotterdam kwam erbij met de communicatietoren aan de Waalhaven.” De regio waar Platteeuw werkzaam was omvatte uiteindelijk de cirkel Rotterdam, Gorinchem, Zundert, Zeeuws-Vlaanderen. De standplaats Goes werd halverwege de jaren negentig opgeheven.
“Het werk was soms zwaar. De ruimtes waar de apparatuur in stond waren niet verwarmd. In de toren in Goes was alleen op de vijftiende verdieping verwarming, op de verdieping waar ook kantoren waren. In de winter was het vaak koud. We hadden wel losse kachels, maar daardoor werd het niet lekker warm in onze werkruimtes.” Ook werkte Platteeuw buiten, zoals op de torentransen in Goes om kabels te leggen naar de parabolen.

Op 14 mei 1980 werd de tv-toren Goes bezocht door koningin Beatrix. Ter gelegenheid daarvan hadden medewerkers van de toren een kaart gemaakt zodat bovenin de toren duidelijk was wat je zag als je een bepaalde richting uit keek.
Bron: collectie Jaap Platteeuw
Grof
Platteeuw herinnert zich nog dat ook Duitsers werkten bij de bouw van de toren in Goes. De mast is bijvoorbeeld door een Duits bedrijf gebouwd. “Dat ware groffe mensen, die Duitsers. Ze deden de hele dag niets anders dan dat soort groffe werk. Om te schilderen zaten ze op kleine plankjes, best gevaarlijk. Onderaan de mast lag vaak net zoveel verf als ze op de mast smeerden.”
Jaap Platteeuw stopte in 1993 met werken voor PTT/KPN. Tot de laatste dag werkte hij op de toren in Goes. “Toen ik de dag na mijn pensionering bij de toren kwam was mijn toegangspasje al geblokkeerd. Nu hoef ik niet meer zo nodig op de toren te komen. Ik heb er wel wat mee, maar verder houdt het op.”
Toegevoegd op 9 december 2006